Of zoals ik het zelf soms noem, een benzodiazepine beschadiging, is het cluster van klachten die ontstaan wanneer een persoon benzodiazepinen heeft ingenomen en daar een fysieke afhankelijkheid voor heeft ontwikkeld, de dosis verminderd heeft of volledig wil stoppen. Ontwikkeling van lichamelijke afhankelijkheid en de daaruit voortvloeiende ontwenningsverschijnselen, waarvan sommige jaren kunnen aanhouden, kan het gevolg zijn van het innemen van het medicijn zoals door de arts is voorgeschreven.
Een benzodiazepine ontwenningssyndroom wordt gekenmerkt door een grote variatie van klachten zoals slaapstoornissen, geïrriteerdheid, verhoogde spanning en angst, paniekaanvallen, trillen van de hand, trillen van spieren, zweten, concentratieproblemen, intensive dromen tijdens de slaap, verwarring en cognitieve problemen, geheugenproblemen, kokhalzen en misselijkheid, gewichtsverlies, hartkloppingen, hoofdpijn, spierpijn en stijfheid, een groot aantal perceptuele veranderingen waaronder overgevoeligheid voor licht en geluid, verandering van smaak registratie in de mond, hallucinaties, toevallen, psychose, [1] een verhoogd risico op zelfmoord [2][3]. Verder zijn deze symptomen opmerkelijk voor de manier waarop ze opkomen en afnemen en variëren in ernst van dag tot dag of week na week in plaats van gestaag af te nemen op een eenvoudige lineaire manier. [4]
Het is een potentieel ernstige aandoening, zeer complex in het verloop en het duurt vaak lang voordat genezing volledig is. [5] [6] Langdurig gebruik, gedefinieerd als dagelijks gebruik gedurende ten minste 4 weken is niet wenselijk vanwege het bijbehorende verhoogde risico op lichamelijk afhankelijkheid, verlies van werkzaamheid, verhoogd risico op ongevallen en vallen, met name voor de ouderen, [9] evenals cognitieve, neurologische, intellectuele en emotionele beperkingen. Het gebruik van kortwerkende hypnotica, hoewel het effectief is in het initiëren van de slaap, verslechterd de tweede helft van de slaap als gevolg van ontwenningsverschijnselen. (De REM slaap) [12] Niettemin moeten langdurig gebruikers van benzodiazepinen niet gedwongen worden deze medicatie af te bouwen tegen hun wil. [5]
Benzodiazepine-ontwenning kan ernstig zijn, kan levensbedreigende ontwenningsverschijnselen veroorzaken zoals toevallen [13], met name bij abrupte of te snelle dosisreductie bij langgebruikers.[5] Ondanks gerichte geleidelijke dosisvermindering of relatief lage doses bij kortgebruikers kan toch een ernstig ontwenningssyndroom optreden [14]. Er is zelfs aangetoond dat dit kan optreden na één enkele grote dosis in een studie bij dieren. [15] [16] Een minderheid van de personen zal een langdurig ontwenningssyndroom ervaren waarvan de symptomen op een sub-acuut niveau kunnen aanhouden gedurende maanden of zelfs jaren na het staken van benzodiazepinen. De kans op het ontwikkelen van een langdurig ontwenningsssyndroom kan worden geminimaliseerd door een langzame, geleidelijke dosisverlaging [17].
Chronische blootstelling aan benzodiazepinen veroorzaakt neurale aanpassingen die de effecten van het medicijn tegenwerken, wat leidt tot tolerantie en afhankelijkheid. [18] Ondanks het feit dat een constante therapeutische dosis wordt ingenomen, kan langdurig gebruik van benzodiazepinen leiden tot het ontstaan van ontwenningsverschijnselen, met name tussen de innames in. [19] Wanneer het medicijn wordt stopgezet of de dosering wordt verlaagd, kunnen ontwenningsverschijnselen optreden en deze blijven bestaan totdat het lichaam de fysiologische aanpassingen heeft omgekeerd [20]. Deze ontwenningssymptomen kunnen identiek zijn aan de symptomen waarvoor het medicijn aanvankelijk werd ingenomen, maar kunnen deel uitmaken van de ontwenningssymptomen. [21] In ernstige gevallen kan de ontwenningsreactie eerder klachten verergeren, het kan lijken op ernstige psychiatrische en medische aandoeningen, zoals manie, schizofrenie en, vooral bij hoge doses, epileptische aandoeningen. [22] Het niet herkennen van ontwenningsverschijnselen kan leiden tot onjuiste beoordeling voor de noodzaak om benzodiazepinen in te nemen, wat op zijn beurt leidt tot het falen van een stoppoging en herstart van het gebruik van benzodiazepinen, en dan vaak in een hogere doses omdat de klachten anders niet verdwijnen [22]
Bewustwording van de ontwenningsverschijnselen, geïndividualiseerde afbouwstrategieën met in achtneming van de heftigheid van de klachten die ontstaan, het inzetten van alternatieve strategieën zoals geruststelling en doorverwijzing naar benzodiazepine-ontwenning supportgroepen, verhogen allemaal het succespercentage voor een geslaagde afbouw. [23,24]
1. Petursson, H. (1994). "The benzodiazepine withdrawal syndrome". Addiction. 89 (11): 1455–9. doi:10.1111/j.1360-0443.1994.tb03743.x. PMID 7841856.
2. Colvin, Rod (26 August 2008). Overcoming Prescription Drug Addiction: A Guide to Coping and Understanding (3 ed.). United States of America: Addicus Books. pp. 74–76. ISBN 978-1-886039-88-9. “I have treated ten thousand patients for alcohol and drug problems and have detoxed approximately 1,500 patients for benzodiazepines – the detox for the benzodiazepines is one of the hardest detoxes we do. It can take an extremely long time, about half the length of time they have been addicted – the ongoing relentless withdrawals can be so incapacitating it can cause total destruction to one’s life – marriages break up, businesses are lost, bankruptcy, hospitalization, and of course suicide is probably the most single serious side effect.”
3. Dodds TJ (2017). "Prescribed Benzodiazepines and Suicide Risk: A Review of the Literature". Primary Care Companion for CNS Disorders. 19 (2). doi:10.4088/PCC.16r02037. PMID 28257172.
4. C. Heather Ashton DM. "Chapter III: Benzodiazepine withdrawal symptoms, acute & protracted". Institute of Neuroscience, Newcastle University. Retrieved 29 April 2013. “Benzodiazepines : How they work and how to withdraw”
5. Professor Heather Ashton (2002). "Benzodiazepines: How They Work and How to Withdraw". Archived from the original on 15 September 2011.
6. O'Connor, RD (1993). "Benzodiazepine dependence--a treatment perspective and an advocacy for control". NIDA Research Monograph. 131: 266–9. PMID 8105385.
7. Voshaar, R. C. O.; Couvée, JE; Van Balkom, AJ; Mulder, PG; Zitman, FG (2006). "Strategies for discontinuing long-term benzodiazepine use: Meta-analysis". British Journal of Psychiatry. 189 (3): 213–20. :10.1192/bjp.189.3.213. PMID, 16946355.
8. Nutt, David (1986). "Benzodiazepine dependence in the clinic: Reason for anxiety?". Trends in Pharmacological Sciences. 7: 457–60. doi: 10.1016/0165-6147(86)90420-7.
9. De Gier, N.; Gorgels, W.; Lucassen, P.; Oude Voshaar, R.; Mulder, J.; Zitman, F. (2010). "Discontinuation of long-term benzodiazepine use: 10-year follow-up". Family Practice. 28 (3): 253–9. d:10.1093/fampra/cmq113. 21193495.
10. Authier, Nicolas; Boucher, Alexandra; Lamaison, Dominique; Llorca, Pierre-Michel; Descotes, Jacques; Eschalier, Alain (2009). "Second Meeting of the French CEIP (Centres d'Évaluation et d'Information sur la Pharmacodépendance). Part II: Benzodiazepine Withdrawal". Thérapie. 64 (6): 365–70. doi:10.2515/therapie/2009051. PMID 20025839.
11. Heberlein, A.; Bleich, S.; Kornhuber, J.; Hillemacher, T. (2008). "Benzodiazepin-Abhängigkeit: Ursachen und Behandlungsmöglichkeiten" [Benzodiazepine Dependence: Causalities and Treatment Options]. Fortschritte der Neurologie · Psychiatrie (in German). 77 (1): 7–15. doi:10.1055/s-0028-1100831. PMID 19101875
12. Lee-chiong, Teofilo (24 April 2008). Sleep Medicine: Essentials and Review. Oxford University Press, USA. p. 468. ISBN 978-0-19-530659-0.
13. Evans, Katie; Sullivan, Michael J. (2001). "Withdrawal and Medical Issues". Dual Diagnosis: Counseling the Mentally Ill Substance Abuser (2nd ed.). Guilford Press. pp. 52–3. ISBN 978-1-57230-446-8. Archived from the original on 3 May 2018.
14. Lader, M (1987). "Long-term anxiolytic therapy: The issue of drug withdrawal". The Journal of Clinical Psychiatry. 48 Suppl: 12–6. PMID 2891684.
15. Boisse, NR; Periana, RM; Guarino, JJ; Kruger, HS; Samoriski, GM (1986). "Pharmacologic characterization of acute chlordiazepoxide dependence in the rat". Journal of Pharmacology and Experimental Therapeutics. 239 (3): 775–83. PMID 3098961.
16. Boisse, NR; Periana, RM; Guarino, JJ; Kruger, HS (1986). "Acute chlordiazepoxide dependence in the rat: Comparisons to chronic". NIDA Research Monograph. 67: 197–201. PMID 3092067.
17. Professor Heather Ashton (2004). "Protracted Withdrawal Symptoms From Benzodiazepines". Comprehensive Handbook of Drug & Alcohol Addiction.
18. Allison, C; Pratt, J.A (2003). "Neuroadaptive processes in GABAergic and glutamatergic systems in benzodiazepine dependence". Pharmacology & Therapeutics. 98 (2): 171–95. doi:10.1016/S0163-7258(03)00029-9. PMID 12725868.
19. Herman, JB; Brotman, AW; Rosenbaum, JF (1987). "Rebound anxiety in panic disorder patients treated with shorter-acting benzodiazepines". The Journal of Clinical Psychiatry. 48 Suppl: 22–8. PMID 2889722.
20. Allgulander, C; Bandelow, B; Hollander, E; Montgomery, SA; Nutt, DJ; Okasha, A; Pollack, MH; Stein, DJ; Swinson, RP; World Council Of, Anxiety (2003). "WCA recommendations for the long-term treatment of generalized anxiety disorder". CNS Spectrums. 8 (8 Suppl 1): 53–61. doi:10.1017/S1092852900006945. PMID 14767398.
21. Salzman, Carl (1993). "Benzodiazepine treatment of panic and agoraphobic symptoms: Use, dependence, toxicity, abuse". Journal of Psychiatric Research. 27: 97–110. doi:10.1016/0022-3956(93)90021-S. PMID 7908335.
22. Gabbard, Glen O. (15 May 2007). Gabbard's Treatments of Psychiatric Disorders, Fourth Edition (Treatments of Psychiatric Disorders). American Psychiatric Publishing. pp. 209–211. ISBN 978-1-58562-216-0
23. Onyett, SR (1989). "The benzodiazepine withdrawal syndrome and its management". The Journal of the Royal College of General Practitioners. 39 (321): 160–3. PMC 1711840. PMID 2576073.
24. Ashton, Heather (1991). "Protracted withdrawal syndromes from benzodiazepines". Journal of Substance Abuse Treatment. 8 (1–2): 19–28. doi:10.1016/0740-5472(91)90023-4. PMID 1675688.